Inhoudsopgave
-Voorwoord
-Cursus Fotografie - Deel 5
-Automatisch aanmelden in Ubuntu, Mint en Xubuntu
-Mobile World Congress 2013
-Helpmij.nl prijsvraag maart
-Interview met Ghost
-Helpmijdag 2013
-De map Opstarten in Windows 8
-Foto's verkleinen/draaien in Nautilus
-VarieDrop verkleind je foto's met één sleepbeweging
-Windows 8 opstarten zonder wachtwoord in te voeren
-Postvak-in
 

De redactie bestaat uit:
profpc (Eindredacteur)
CorVerm
Dillondarko (Junior Redacteur)
ErpCity
femke98
OctaFish

De redactie is te bereiken op nieuwsbrief@helpmij.nl. Naar dit e-mailadres géén vragen sturen die betrekking hebben op computers en dergelijke. Deze horen op het forum geplaatst te worden.

Oplage
De nieuwsbrief wordt naar 28661 unieke e-mailadressen verstuurd. Deze e-mailadressen zijn via opt-in geselecteerd.

Adverteren
Indien u een advertentie wilt laten plaatsen in deze nieuwsbrief neem dan contact op met de redactie.

nod32 bestellen

Advertentie informatie aanvragen

Aan- en afmelden
Om u aan te melden voor de nieuwsbrief kunt u naar deze pagina gaan.
Wilt u de volgende uitgaven niet meer ontvangen, dan kunt u zich hier afmelden. Is deze nieuwsbrief naar u doorgestuurd en wilt u hem zelf ontvangen? Ga dan naar deze pagina en meldt u aan. U zult dan automatisch de volgende nieuwsbrief ontvangen.

Wilt u nog eens een artikel nalezen? Wanneer u lid van de vereniging bent, kunt u hier in oude nieuwsbrieven bladeren.

DISCLAIMER
Alle handels en/of productnamen hier vermeld, zijn eigendom van de respectievelijke eigenaars. De redactie van de Helpmij Nieuwsbrief gaat uiterst zorgvuldig te werk bij de vergaring, totstandkoming en publicatie van de informatie in de nieuwsbrief. Niettemin kunnen er geen rechten worden ontleend aan de inhoud van de nieuwsbrief en sluit de redactie iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele gevolgen, waaronder begrepen directe en indirecte schade. Het toepassen van informatie en gebruik van software is voor eigen risico. De adressen van de abonnees zullen nimmer openbaar worden gemaakt en/of verkocht aan derden. Bij misbruik van het distributiesysteem van de nieuwsbrief door onbevoegden of een mogelijke storing, van welke aard dan ook, kan de redactie niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele daaruit voortvloeiende schade. Het is niet toegestaan om de inhoud, of delen daarvan, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming te gebruiken.

De redactie heeft het recht om (ingezonden) bijdragen zonder opgaaf van redenen te weigeren, dan wel te wijzigen of in te korten.


Voorwoord

Auteur: profpc

Top

Daar is tie weer, een nieuwe editie van de gratis Helpmij.nl nieuwsbrief. We zijn nu alweer bij de 95ste nieuwsbrief beland en deze editie zit weer vol met artikelen. Van fotografie, Windows 8, Ubuntu tot het laatste nieuws van het Mobile World Congress. Dit keer hebben we ook een leuk interview met Ghost, een chatmoderator van Helpmij.nl.

Deze maand geen volgend deel van onze Access cursus omdat onze redacteur helaas geveld is door de griep! Wij wensen hem van harte beterschap.

Mocht je het nou ook leuk vinden om door de Helpmij.nl redactie geïnterviewd te worden, schroom dan niet om een mail te sturen naar nieuwsbrief@helpmij.nl. Op dit adres kun je ook reacties geven naar aanleiding van één van onze artikelen.

Vergeet ook niet mee te doen aan onze maandelijkse prijsvraag waar mooie prijzen te winnen zijn!

Veel plezier bij het lezen van de nieuwsbrief.




Cursus Fotografie - Deel 5

Auteur: OctaFish

Top

Belichting — Het Meten

In de vorige hoofdstukken zijn vooral technische aspecten aan bod gekomen, zoals de sluiter en het diafragma. Maar fotografie is veel meer dan de optelsom van mechanische eigenschappen. En waar daar allemaal bij komt kijken, begint hier! We gaan ons verdiepen in de rolverdelingen van de diverse basiselementen. De hoogste tijd derhalve om een nieuw begrip te introduceren: de Belichtingsdriehoek.

Belichtingsdriehoek

De Belichtingsdriehoek

Deze driehoek bevat (niet geheel onverwacht) 3 elementen, die we eerder hebben behandeld: de sluitertijd, het diafragma en de (sensor of film)gevoeligheid. Er is een direct verband tussen deze drie eenheden. En die is: met zijn drieën bepalen ze hoeveel licht(energie) er in totaal op de sensor valt. Je zou kunnen zeggen dat het totale oppervlak van de driehoek dan de som is van de minimale hoeveelheid die we nodig hebben om een foto te maken. We hebben dus 3 organen waarmee we de hoeveelheid licht op de film kennen regelen:

  • ISO instelling – aanpassen van de sensorgevoeligheid
  • Diafragma – vergroten of verkleinen van het diafragma
  • Sluitertijd - instellen van langere of kortere sluitertijd.

Deze 3 elementen bepalen samen de Belichting. Halvering van de sluitertijd betekent dat er nog maar de helft van de lichtenergie overblijft om een foto te maken. Halvering van de ISO-waarde betekent ook dat er nog maar de helft van de lichtenergie overblijft. En hetzelfde geldt voor het diafragma. Als je één van de drie componenten verandert, moet dat gecompenseerd worden met één van de andere twee componenten. Dus als je de ISO-waarde verhoogt van 200 naar 400 ISO, dan moet je de sluitertijd halveren om op exact dezelfde belichting uit te komen. Idem dito met het diafragma. Elke aanpassing aan één van de drie componenten, moet met één van de andere, of beide componenten worden gecompenseerd.

Lichtmeten is weten…

En daar komt het belangrijkste aspect om de hoek kijken, en tevens de vraag waar ik steeds als een volleerde paaldanser omheen heb gedanst: hoeveel licht is dat dan? We zullen het er snel over eens zijn dat je in het aardedonker geen foto kunt maken. In een volledig verduisterde kamer zonder licht zul je niet snel een foto (willen) maken. Steek een kaars aan, en je hebt een heel andere situatie: je kunt nu een foto proberen! Een kaars is in dit voorbeeld niet geheel toevallig gekozen, want dat is de standaardeenheid waarop het lichtmeten is gebaseerd. We gebruiken daarvoor namelijk de Candela. Maar dat mag je snel vergeten, want die waarde zul je in een camera niet snel terugvinden. Net als de termen Lumen en Lux, al zal die laatste misschien nog wel bekend voorkomen.

Waar het om gaat, is dat er een bepaalde hoeveelheid licht nodig is om een foto te kunnen maken. Daarbij hanteren we drie maten: te weinig licht, genoeg licht en teveel licht. Je zou zeggen: daarvan is maar één variant correct, en dat is meestal ook wel zo. Want als je een foto maakt met te weinig licht, dan is het effect doorgaans dat de foto niet voldoende belicht is. We spreken dan van een onderbelichte foto. Bekijken we de andere kant, dan is een foto die met teveel licht is gemaakt, een overbelichte foto. En daar tussenin zit dus de juiste hoeveelheid licht :D Maar hoe weet je nu of je de juiste hoeveelheid licht hebt gevonden?

Die lichthoeveelheid kunnen we meten. En dat moet dus altijd gebeuren voordat je op de ontspanknop drukt, want de camera moet wel goed zijn ingesteld op het juiste licht als je de foto maakt. Die lichtmeting resulteert in een combinatie van getallen die is uit te drukken middels de in dit hoofdstuk geïntroduceerde Belichtingsdriehoek, dus een combinatie van een ISO-waarde, een sluitertijd en een diafragmagetal.

De instellingen van diafragma en sluitertijd zijn afhankelijk van de ingestelde ISO-waarde, en  doorgaans is dat de waarde waar je het minst mee zult doen. Om nog even naar het analoge tijdperk te gaan: een film had een min of meer vaste ASA- of ISO-waarde. Daar kon je (zeker als amateur) zelf weinig aan veranderen. Dat betekende dat je van tevoren moest bedenken waar je de film voor ging gebruiken.

Voor architectuur gebruikte je een andere film (laaggevoelig met veel details) dan voor theaterfotografie (hooggevoelig met grotere korrel). En dat betekende dus dat je van tevoren bekend moest zijn met de te verwachten hoeveelheid licht. Gebouwen willen nog wel eens in de buitenlucht staan, waar meer licht is dan in een theater, waar je afhankelijk bent van de theaterlampen. En die geven een stuk minder licht af dan de zon. De keuze was dus relatief makkelijk gemaakt. Uiteraard kon je met een hooggevoelige film best gebouwen fotograferen, maar andersom, met een laaggevoelige film een theatervoorstelling, was bijna uitgesloten.

Nu, in het digitale tijdperk, kunnen we per opname de gevoeligheid instellen, dus gevoeligheid van de sensor bij de opname naar believen verhogen of verlagen. En dat maakt de ISO-waarde tot een interessante speler bij de belichtingsdriehoek, zoals we zullen zien!

Waarom de camera niet deugt…

Om een goede opname te kunnen maken, moeten we dus weten hoeveel licht er tijdens de opname aanwezig is. En dat licht moet worden gemeten, en daarvoor gebruiken we een belichtingsmeter. En die zit ingebouwd in de camera, dus daar hebben we weinig omkijken naar. Of ligt hier ook weer een addertje onder het gras?

Helaas, helaas… Eigenlijk is de ingebouwde belichtingsmeter totaal ongeschikt voor correcte lichtmeting, want hij meet niet wat hij zou moeten meten! Al zou ik moeten zeggen: hij meet niet waar hij zou moeten meten. Het is eigenlijk elke keer weer een wonder dat er een min of meer correcte opname uit de camera rolt!

Want wàt meten we eigenlijk, als we de ontspanknop half indrukken? We zien dat de camera een diafragma instelt, en een sluitertijd (ik ga er even vanuit dat de programmaknop op P staat), maar de grote vraag is natuurlijk: Waarom die combinatie?

Laten we eerst eens kijken waarom de ingebouwde lichtmeter eigenlijk totaal ongeschikt is om te gebruiken. Daarvoor moet je eerst weten hoe de camera meet. En die vraag is simpel te beantwoorden: de lichtmeter van de camera kijkt net als jij door de lens. En ‘ziet’ dus het plaatje dat je gaat fotograferen. Hoe ziet de meter dat? Heel simpel: het onderwerp dat je fotografeert reflecteert licht. Hoe komt dat onderwerp aan dat licht? Dat valt er op! En dat licht kan dan van de zon afkomstig zijn, van een kaars of van een flitser, dat maakt eigenlijk niet uit. Ik heb al eerder gezegd: zonder licht kun je niet fotograferen. Je hebt dus een lichtbron nodig, die licht uitstraalt. En dat licht valt dus in/op het onderwerp. En dat licht wordt weerkaatst, en valt o.a. op de sensor in de camera, die dat licht vervolgens kan meten. En daar dan zijn conclusies uit trekt, en met een diafragma en sluitertijd komt aanzetten. Die wij dan weer klakkeloos accepteren als zijnde de ultieme oplossing voor onze foto.

Opvallend licht vs Gereflecteerd licht

Maar eigenlijk is het nogal vreemd dat licht dat van het onderwerp wordt weerkaatst bepaalt hoe lang we een foto moeten belichten! Want zou het niet veel logischer zijn om de sterkte van de lichtbron te meten, en daar de foto op in te stellen? Je kunt dat heel makkelijk visualiseren als je je voorstelt dat je in een fotostudio bezig bent met het fotograferen van dieren. Stel dat je alles hebt ingesteld volgens de boekjes, en de lampen geven exact de goede hoeveelheid licht voor de door jou gebruikte sluitertijd en diafragma. Het enige dat nog ontbreekt is een hond. Maar dat is snel geregeld natuurlijk…

De eerste hond die binnenkomt is een zwarte Groenendaeler als in bijgaande foto.

Groenendaeler

Dat is een stevige hond, zoals je ziet. Daarvoor trek je een donkere achtergrond uit het rek, want dat staat mooi op de foto. Nu weten we allemaal dat zwart niet het oppervlak is dat het meeste licht reflecteert. En dat doet de hond dan ook niet. Maar voordat we daar goed over na kunnen denken hebben we de foto gemaakt, en komt de volgende hond al de studio binnen: een witte Kuvasz.

Kuvasz

Ook een stevige jongen! Hiervoor gebruik je een lichte achtergrond, want dat staat beter op de foto. Witte oppervlakken reflecteren heel wat beter, zoals we allemaal wel weten, dan zwarte oppervlakken. Dus hoe gaat de camera hier mee om? Want ik zei eerder dan wel dat de belichtingsmeter het onderwerp ‘ziet’, maar van zien is natuurlijk geen sprake; de camera heeft geen ingebouwde database met alle hondenrassen om snel even op te zoeken wat voor hond er voor de camera staat, en daar een navenante belichting voor te bepalen.

Wat ziet de belichtingsmeter dan wel? Heel simpel gezegd: de meter ziet een grijs vlak. Niks meer en niks minder: de camera beschouwt het onderwerp als een lichtgevend grijs vlak. En dat grijze vlak heeft een bepaalde lichtwaarde; straalt a.h.w. een bepaalde hoeveelheid licht uit.

En nu komt het: omdat een zwarte hond zoveel minder licht reflecteert dan een witte hond, denkt de camera bij de zwarte hond dat er veel minder licht is (lagere lichtwaarde) dan in dezelfde situatie met de witte hond (hogere lichtwaarde). Puur omdat de witte hond veel meer licht reflecteert dan de zwarte hond! En omdat de camera dat denkt, zal de camera de twee honden anders willen gaan belichten.

En nu komt het vervelende: dat is dus helemaal fout! Want de opnamesituatie is in beide opnames exact hetzelfde. We gebruiken dezelfde achtergrond, dezelfde lampen, dezelfde camera en dezelfde opnamepositie. Het enige dat we veranderen, is dat we de zwarte hond weghalen, en er een witte hond voor in de plaats zetten. Maar deze eenvoudige handeling is meer dan voldoende om de camera volkomen op hol te laten slaan…

Kortom: de ingebouwde belichtingsmeter van de gemiddelde camera is een hopeloos onbruikbaar stuk gereedschap, waar je maar niet teveel op moet vertrouwen. Maar hoe kun je het licht dan wèl goed meten? Dat antwoord heb ik eigenlijk al in een eerder hoofdstuk laten zien: met een losse belichtingsmeter! Want hoe werkt zo’n belichtingsmeter nu eigenlijk? Heel simpel: je gaat met de meter midden in het onderwerp staan, en houdt de belichtingsmeter vervolgens naar de lichtbron en de camera gericht, en doet een meting. En daarmee heb je de perfecte lichtmeting en dus ook lichtwaarde voor je onderwerp gevonden!

Als je hier iets langer over nadenkt, is het nog wel logisch ook dat dit een ideale manier van meten is. Denk maar weer aan de situatie met de honden in de studio. Gesteld dat je niet gelijk wordt aangevallen door de twee dieren, en je er probleemloos bij kunt gaan staan met je lichtmeter, maakt het helemaal niet uit voor de lichtmeting of er nu een witte hond achter je staat of een zwarte. De hoeveelheid licht van de lampen verandert er totaal niet door. Wèl verandert de hoeveelheid licht die wordt gereflecteerd naar de camera, maar dat is juist goed. Tenslotte wil je ook dat een witte hond op de foto ook wit is, en een zwarte hond zwart. Wat je niet wilt, is dat de camera allerlei aanpassingen voor je gaat doen waardoor de foto totaal verkeerd belicht wordt!

Nu ik de twee manieren van lichtmeting heb beschreven, wordt het tijd om ze een naam te geven. En die naam wordt bepaald door de manier waarop je de meting uitvoert: meet je vanuit het onderwerp naar de camera toe, of meet je van de camera af richting onderwerp? In het eerste geval meet je het opvallend licht, in het andere geval gereflecteerd licht. De eerste methode is perfect, de tweede is dus nogal foutgevoelig.

  • Opvallend licht is het licht dat van de lichtbron afkomt, en dus op het onderwerp valt
  • Gereflecteerd licht is het licht dat van het onderwerp af wordt weerkaatst en wordt opgevangen in de camera

Het zal hopelijk duidelijk zijn, dat het gereflecteerde licht in hoeveelheid nooit meer kan zijn dat het opvallende licht dat op het onderwerp valt. In het gunstigste geval is de reflectie 100%, zodat alles wordt weerkaatst. Dat zou bijvoorbeeld een spiegel kunnen zijn.

In het ongunstigste geval heb je een absorptie van 100%, zodat er helemaal niets gereflecteerd wordt. In het laatste geval kun je het voorwerp ook niet fotograferen, omdat er geen licht van het onderwerp wordt weerkaatst: de foto blijft dan onbelicht. Gelukkig bestaat er in de natuur geen stof die het licht voor 100% absorbeert. De hoogste reflectie wordt nog bereikt met zwart fluweel, dat een absorptie heeft van ± 90%, zodat er nog 10% licht teruggekaatst wordt. Fluweel wordt dus vaak gebruik als je voorwerpen optisch wilt laten zweven.

Gemiddeld Grijs

Dit alles brengt ons weer terug naar de meetmethode van de camera. Voordat je de camera weggooit, is het beter om eerst te bekijken of we kunnen leven met de gebreken ervan. Tenslotte gaan er best een hoop foto’s wèl goed, dus daar zal toch wel over nagedacht zijn?

Het antwoord op die (retorische) vraag is dat camerafabrikanten continue bezig zijn om het lichtmeten te verbeteren. Zo kun je op verschillende manieren het licht meten van het onderwerp. Denk maar aan de standen <Spotmeting>, <Integraal meting>, <Meerveldmeting> etc. Elk merk heeft wel eigen methodes ontwikkeld om het beeld te evalueren en er een meting op los te laten. Het is dan aan de fotograaf om een bepaalde methodiek te kiezen die bij het onderwerp past.

Een ander type verbetering bestaat uit het in de camerameter inbouwen van een (soort van) database met allerlei verschillende opnamesituaties die je als normale fotograaf tegen kunt komen. De camera analyseert dan de opname die je wilt maken, en kijkt in de database of die situatie is terug te vinden, en weet dan wel ongeveer hoe de foto moet worden belicht. Hoe beter de database, hoe beter de voorgestelde belichting zal zijn. En dat gebeurt dus als je de camera op één van de ingebouwde programma’s zet. Elk programma zal het onderwerp anders analyseren, en de belichting daarop aanpassen.

Dat brengt mij bij het kopje van deze paragraaf. Ik heb eerder gesproken over de belichtingsmeter die een opname ‘ziet’ als een grijs vlak. En dat is een hele adequate omschrijving. De camera is ingeregeld op een bepaalde mate van reflectie van dat grijze vlak. En die waarde is niet, zoals je zou verwachten, 50% (toch het midden tussen 100 % wit en 100 % zwart) maar is 18%. Dat blijkt de gemiddelde reflectiewaarde te zijn van een foto. We noemen dit dan ook: Gemiddeld grijs.

Een lichtmeter is dus ingesteld op een reflectie van 18% grijs. In concreto houdt dit in, dat als een onderwerp dat je fotografeert in zijn algemeenheid een reflectie geeft van 18%, je een perfect belichte opname hebt. Denk daarbij aan een (stads)landschap met de zon in de rug met een aardige lucht; zo’n plaatje komt een heel eind in de buurt van 18% reflectie.

Zoals nu hopelijk duidelijk is, kun je de beste foto’s maken als je met een losse belichtingsmeter werkt, want dan is de meting in beginsel correct. Een losse belichtingsmeter is ingesteld op 18% reflectie, dus als je met de lichtmeter in je onderwerp staat, en je meet het licht, dan lees je de perfecte waarde af. Probleem met een losse belichtingsmeter is natuurlijk dat je niet op twee plaatsen tegelijk kunt zijn. Dus als je de camera hebt opgesteld op een statief voor de ideale foto, en je loopt naar het onderwerp om van daaruit het licht te meten, dan kom je vermoedelijk daarna met de juiste lichtmeting terug op de plek waar je camera stond, en zie je in de verte nog nèt iemand wegrennen met je mooie camera ;) En dan hebben we het nog niet over de extra afstand die je steeds moet lopen voor je meting. Om nog maar te zwijgen over eventuele hindernissen waar je overheen moet om überhaupt in het onderwerp terecht te komen!

Kortom: erg praktisch is een losse meter niet.

Maar er is een alternatief. Omdat de camera een lichtmeting baseert op 18% grijs, kun je ook een grijskaart fotograferen. Een fotografische grijskaart heeft een genormaliseerde reflectie van 18%, en als je met de camera een meting doet op een grijskaart levert dat dus een behoorlijk betrouwbare lichtmeting op. Zeker als je daarvoor Spotmeting gebruikt. Zo'n grijskaart ziet er zo uit:

Grijskaart

Een goede tip is dus om standaard een grijskaart in je fototas te hebben.

Soorten lichtmeting

Ik heb hierboven al een paar soorten lichtmeting aangestipt; in deze paragraaf gaan we er een paar uitdiepen. Voor het gemak onderscheidt ik daarbij 3 hoofdtypes lichtmeting, nl.

  • Opvallend lichtmeting
  • Integraalmeting
  • Spotmeting

Opvallend lichtmeting

Hier kan ik nu kort over zijn, want die is eigenlijk al aan bod gekomen. Je hebt een losse belichtingsmeter nodig, en een goed stel schoenen. Deze vorm van lichtmeten is zeer nauwkeurig, omdat je de reflectiewaarde van het onderwerp uitschakelt. Wat je meet, is het beschikbare licht. Goedkope lichtmeters meten alleen continue licht, duurdere exemplaren kunnen ook flitslicht meten. Het werken is wel wat omslachtiger, omdat je altijd naar je onderwerp toe moet om te meten: het gaat tenslotte om de hoeveelheid licht op díe bepaalde plek.

De meeste losse belichtingsmeters kunnen overigens ook gereflecteerd licht meten, zodat je ze ook vanuit het camerastandpunt kunt gebruiken. Maar dan werken ze dus hetzelfde als de camera, en dat levert eigenlijk geen meerwaarde op.

De gereflecteerd lichtmeting is ook al hierboven al behandeld, dus we kunnen het nu hebben over de verschillende soorten lichtmeting.

Integraalmeting

Integraalmeting

De meeste camera’s, en zeker de eenvoudigere types, zijn allemaal uitgevoerd met een integraalmeting. Hierbij wordt uitgegaan van het beeld zoals dat in de zoeker staat, waarbij de nadruk van de meting in het centrum ligt, waar zich ook meestal het hoofdmotief van de foto bevindt. Deze meetmethode werkt uitstekend als je het onderwerp in het midden houdt en je camera horizontaal. Het bovenste deel van het meetvlak wordt daarbij minder in de meting meegenomen dan de onderste helft, omdat deze methode er vanuit gaat dat er meer licht in de bovenste helft van de foto zit. Denk aan luchten, of lampen. Bij staande opnames krijg je daarom een probleem, omdat het meetveld ook kantelt. Het gevolg is, dat er beeldpartijen zijn die teveel nadruk krijgen omdat ze in het verkeerde meetgebied liggen. Dit kan verkeerde metingen opleveren.

Meerveldsmeting

Meerveldsmeting

Hedendaagse camera’s meten niet simpelweg de gemiddelde belichting in de verschillende zones van het beeld, maar vergelijken die met een set van opgenomen situaties in de database. Hiermee probeert de ingebouwde computer een zo goed mogelijke belichting te kiezen.

Als bijvoorbeeld een groot deel van de bovenste vlakken veel lichter is ten opzichte van het onderste deel, dan zal de camera herkennen dat het om een landschap gaat, en als je een portret tegen een donkere achtergrond probeert te fotograferen, dan zal de camera die situatie herkennen en proberen niet voor de donkere achtergrond te compenseren. Bedenk wel dat de camera de situatie niet altijd goed zal inschatten, vooral in tegenlicht of hoog contrast omstandigheden.

Een uitgebreidere variant hierop wordt steeds vaker meegeleverd met de nieuwste camera’s, waarbij de fabrikanten de consumenten om de oren slaan met allerlei modieuze kreten als 3D‑Matrixmeting of Meerveldsmeting.

Het principe van meerveldsmeting is, dat het zoekerbeeld is opgedeeld in segmenten, die elk een deel van de foto vormen. Elk segment maakt een aparte meting, die dan vervolgens door de computer in de camera wordt geëvalueerd, en waaruit dan het basismodel van de foto wordt afgeleid. Vervolgens wordt de meting aan het in de camera aanwezige model gerelateerd dat er het meest op lijkt. Bij een landschapsopname zullen de bovenste segmenten hoofdzakelijk lucht meten, terwijl de onderste segmenten veel grond zullen meten. De bedoeling is dan, dat de meter deze gebieden herkent en de situatie herkent als landschap. De meting wordt dan volgens dit model uitgevoerd. Zo worden ook staande foto's herkend door de meter, want er zijn dan andere segmenten die de lichte delen meten.

Deelmeting

De beste meetmethode in moeilijke gevallen is de spotmeting die hierna besproken zal worden. Beschikt je camera daar niet over, dan is het alternatief de zgn. selectieve meting.

Dit is een integraalmeting, waarbij je vlak voor het te fotograferen onderwerp gaat staan om zodoende een specifieke meting te kunnen uitvoeren op dat deel van het beeld. Je zult daarvoor wèl naar het onderwerp toe moeten kunnen lopen, wat bij een leeuw in de dierentuin toch niet aan te bevelen is. Maar bij een hoop opnames, waaronder tegenlichtopnames, of opnames van onderwerpen in de schaduw is het een uitstekende vervanging van de spotmeting.

Spotmeting

In steeds meer camera’s vind je een goede spotmeting; al is bij de duurdere modellen de meetcirkel vaak beter (want kleiner) dan bij goedkopere modellen. Hierbij is een klein gebied in het centrum van de camera als meetgebied actief. Vaak is dit een cirkel die een oppervlakte van 3-6% van het totale beeld beslaat. Omdat deze cirkel precies in het centrum van het beeld zit, is deze methode minder goed te gebruiken voor snelle (sport)fotografie. Als je fotografeert zit het hoofdmotief namelijk niet altijd in het midden van het beeld. Ook heeft het onderwerp niet altijd een reflectiewaarde van 18%. Omdat ook spotmeting is ingesteld op gemiddeld grijs, zou een rechtstreeks instellen van de gemeten waarden een verkeerd belichte foto kunnen opleveren.

Wat is dan het nut van een spotmeting? Als je de beschikking hebt over een grijskaart, kun je die met spotmeting doorgaans prima meten. Je zet de grijskaar dan tijdelijk in het onderwerp en doet dan een spotmeting. Een andere techniek die met een spotmeter heel goed is te doen, is om de helderheden in het onderwerp nauwkeurig te meten en op basis daarvan een belichting uit te rekenen. En bij onderwerpen, waarbij de helderheid van het hoofdmotief niet overeenkomt met de totale helderheid van het beeld, is een spotmeting het ideale gereedschap om toch op het hoofdmotief te kunnen meten. Een voorbeeld is theaterfotografie. Als je vanuit de zaal een theatervoorstelling fotografeert, zul je vaak zien dat de achtergronden daarbij heel donker zijn, terwijl de acteurs of artiesten in de spotlights staan. Een integraalmeting gaat daar prompt de fout in, omdat de achtergrond teveel wordt meegemeten, terwijl een spotmeter keurig op de personen kan meten, zodat je weer goed belichte foto’s krijgt.

De ideale belichting

Bestaat helaas niet. Er zijn heel veel omstandigheden die bepalen hoeveel licht je nodig hebt om de juiste foto te maken. Gelukkig kunnen we nu gelijk zien of een foto gelukt is of niet, en kun je hem gelijk overmaken als het anders moet.

We kunnen wèl ongeveer vaststellen hoe een correcte belichting er uit ziet. Bij een goede belichting van een gemiddeld onderwerp zijn de belangrijkste schaduwen nog goed herkenbaar, en zijn witte vlakken nog doortekend genoeg om er structuur in te herkennen. Deze definitie kunnen we ook prima gebruiken om een onderbelichte opname te omschrijven: in een onderbelichte opname zijn de schaduwpartijen onherkenbaar (zwart) en zijn de lichte partijen niet grotendeels wit, maar grijs. En de omschrijving van een overbelichte opname luidt dan: in een overbelichte opname is er weinig tot geen zwart aanwezig, zijn de schaduwen grijs en zijn de witte partijen uitgebleekt zonder structuur.

Niet elke opname die je maakt voldoet natuurlijk aan het profiel van een standaard foto. Vergelijk bijvoorbeeld maar eens deze situaties:

  1. een witte ijsbeer in de sneeuw met een paar ijsbergen op de achtergrond
  2. een zwarte hond tegen een zwarte achtergrond
  3. een landschap in de mist
  4. een portret van een persoon tegen de zon in gefotografeerd met een mooie achtergrond

Al deze opnames wijken af van een standaard opname, en moeten op een aangepaste manier worden belicht.

Overbelichten en Onderbelichten

In die gevallen waar de camera er niet uitkomt, zullen we de belichting een handje moeten helpen. Daarbij kun je twee kanten op, afhankelijk van de fout die de camera maakt. Pakken we voorbeeld 1 er eens bij, de witte ijsbeer (of de witte hond in de studio met de witte achtergrond). Deze situatie reflecteert veel licht. De camera meet dit licht als een hoge lichtwaarde en zal een instelling maken die met die lichtwaarde overeenkomt. En bij veel licht, kun je een snelle sluitertijd gebruiken, of een kleine diafragma opening. Laten we als voorbeeldje zeggen: 1/500 sec bij F11. Probleem is echter, dat de camera niet weet dat we een hoofdzakelijk wit onderwerp hebben; de camera gaat uit van gemiddeld grijs. Gevolg: vanwege de hoge lichtwaarde, wordt de opname behoorlijk onderbelicht. Het is eigenlijk donkerder dan de camera denkt. We moeten dus langer belichten om het wit als wit weer te geven. De feitelijke belichtingstijd zal veel eerder 1/125 sec bij F8 zijn.

Keren we de situatie om, dan komen we bij voorbeeld 2 uit. Nu meet de camera heel weinig licht, omdat de hond en achtergrond nu veel minder reflecteren. En bij een lagere lichtwaarde, zal de camera daarop anticiperen door een veel langere belichtingstijd of een grotere diafragma opening in te stellen. Bijvoorbeeld: 1/30 sec bij F8. Gevolg: de opname wordt behoorlijk overbelicht. En dat moeten we compenseren door de opname korter te belichten, bijvoorbeeld 1/125 sec bij F8. Nu worden de donkere partijen weer netjes als donkere partijen weergegeven.

Het zal de oplettende lezer niet zijn ontgaan dat in beide voorbeeldjes hetzelfde eindresultaat wordt ingesteld: 1/125 sec bij F8. En dat zou ook moeten kloppen in het kader van dit hoofdstuk, waarbij alleen van belang is hoeveel licht er op het onderwerp valt. Het mag niet uitmaken of je een overwegend wit onderwerp fotografeert, of een overwegend zwart onderwerp.

In de praktijk blijkt dat de correcties die je moet uitvoeren in een bereik van +- 3 stops liggen. Waarom dat zo is, wordt later nog in de cursus behandeld.

Belichting compenseren

Dan rest er nog één probleem: hoe doe je dat nu, dat aanpassen van de belichting? Daarvoor zijn een aantal oplossingen, die per camera(merk) kunnen verschillen. Omdat deze cursus voor elke camera(type) iets bruikbaars moet opleveren, dus de algemene technieken. Eén voorwaarde is er wel: de camera zal van de volautomatische stand af moeten, want daarin kun je meestal niks aanpassen. Kies dus voor het AV, TV of P programma, of de M-stand. Hierbij staat AV voor Diafragmakeuze, TV voor Sluitertijdvoorkeuze, P voor de normale Programmastand en M voor handmatig.

  1. AE-Lock
    Dit is: meet zo dicht mogelijk op het onderwerp zodat je daar een goede meting op hebt, houdt de ontspanknop ingedrukt. Loop vervolgens terug naar de oorspronkelijke opnamestandpunt en maak de foto met de gemeten waarde
  2. Belichtingscompensatie
    Bijna elke camera heeft een knop waarmee de belichting gecompenseerd kan worden, meestal in een range van +/- 3 stops
  3. Gebruik spotmeting en een grijskaart die in het onderwerp staat of wordt vastgehouden, en gebruik AE-lock om de belichting te fixeren
  4. Maak een serie opnames met Bracketing, waarbij de camera 3 (of misschien meer, als je dat kunt instellen) opnames snel achter elkaar maakt met verschillende belichtingen

De makkelijkste manier is vermoedelijk optie 2, omdat je daarvoor het minste hoeft te doen. Let daarbij dan wel op dat je na de afwijkende opnames de belichting weer terugzet naar de standaard waarde, want anders blijf je foto’s onder- of overbelichten. En vroeg of laat gaat ook dat dan weer fout.

Samenvatting

Lichtmeten is de basis van elke goede foto, zoveel zal nu hopelijk wel duidelijk zijn. Daarbij maken de camerafabrikanten het ons niet gemakkelijk; de apparaten die ze leveren zijn eigenlijk niet geschikt om een foto goed te belichten, want de gebruikte techniek is gebaseerd op een volkomen fout principe. De enige manier om dat te compenseren is om zoveel mogelijk computerkracht in de camera in te bouwen die alle fouten elimineert, zodat er toch wat bruikbaars uitrolt. Maar zolang een lichtmeting van een foto nog wordt beïnvloed als er een fietser met een witte jas door het beeld fietst, blijft het wat mij betreft behelpen.

Je zult dus bij het maken van je foto’s altijd de beeldsituatie moeten bekijken en evalueren. Zitten er veel (grote) witte of veel (grote) zwarte beeldpartijen in het onderwerp? Dan weet je dat je moet corrigeren! De natuurlijke reactie is dan om bij een licht onderwerp onder te belichten; veel wit in het onderwerp is een te lichte foto. Maar de camera werkt dus precies andersom, en je moet de correctie dus ook precies andersom doen. Hetzelfde voor een donkere opname.

Belangrijk

Even kort samenvatten: hoe je ook meet, je meet altijd gemiddeld grijs. Het is dus zaak, om goed naar je onderwerp te kijken. Probeer te herleiden of het onderwerp licht of donker is, oftewel of je moet overbelichten of onderbelichten. Als je dat globaal hebt bepaald, kun je de belichting die de camera aangeeft corrigeren. Een bruikbare tip hierbij is, dat de belichting zelden meer dan twee stops af zal wijken van de gemeten waarde.

In het volgende hoofdstuk gaan we ons verdiepen in de kwaliteiten van het objectief. Want een goed belichte foto is één ding, het zou ook mooi zijn als we de scherpte in de foto goed leggen. En daarvoor heb je toch echt een objetief nodig. Ook hier worden weer wat heilige huisjes omver gehaald, dus blijf lezen!




Automatisch aanmelden in Ubuntu, Mint en Xubuntu

Auteur: femke98

Top

Als je de enige gebruiker bent van je Linux-computer, is het soms handig om je automatisch aan te melden. Of gewoon als je het vervelend vindt om elke keer bij opstarten je wachtwoord in te moeten vullen. Opstarten met wachtwoord is standaard, maar bij installatie kan je dit al uitzetten. Je kan er overheen kijken of je wilt dat nog niet. Naderhand is het dan wel makkelijk dat je het kan instellen.

In Ubuntu doe je dat als volgt:
Klik op het grijze Ubuntulogo (Dash home), bovenin de uitklapbare zijbalk. Gebruik de zoekterm Gebruiker
Klik op Gebruikersaccount - Klik op Ontgrendelen (rechtsboven) -  Automatisch aanmelden: verplaats het schuifje naar AAN.

Herstart hierna je computer.

In Mint is het iets anders. Klik op Menu en je ziet gelijk al in het rechterrijtje Aanmeldvenster staan.

Aanmeldscherm Mint

Klik hierop, je zult dan eerst je wachtwoord in moeten vullen voordat je het volgende scherm te zien krijgt:

Aanmeldvenster

Ga vervolgens naar tabblad Beveiliging en vink daar Automatische aanmelding gebruiken, uit. Klik daarna op Sluiten. Je kan overigens nog veel meer instellen in dit venster, maar vaak staat het voor de normale gebruiker alles al goed.

In Xubuntu gaat het nog anders. Waarom ik deze ook vermeld? Omdat Xubuntu tegenwoordig vaak wordt gebruikt op wat oudere hardware of omdat het sneller werkt dan Ubuntu, juist omdat het een lichtere distro is.

Doe als volgt: Menuknop - Hulpmiddelen - Terminalvenster of wanneer je het dock hebt aangehouden onderaan je desktop, dan staat daar de terminal in. Zie plaatje zoals ik het dock heb, gewoon simpel:

dock

In de terminal typ of kopieer en plak je het volgende:
gksudo leafpad /etc/lightdm/lightdm.conf

Druk op Enter. Je zult je wachtwoord in moeten typen; deze blijft geheel onzichtbaar, je ziet ook geen sterretjes, dat is nu eenmaal zo in Linux.
Druk wederom op Enter.

Bovenin het tekstbestand, onder [SeatDefaults], voeg je de volgende twee regels toe:
autologin-user=werkpc
autologin-user-timeout=0

Uiteraard zet je in plaats van werkpc, je eigen naam die je had ingesteld bij installatie.

Voorbeeld van hoe het dan is geworden (het begint met een witregel, de tekst begint dus niet helemaal bovenaan):

tekstbestand

Zoals je ziet staat er bij mij nog wat andere dingen in, die er bij jou waarschijnlijk niet staan. Het gaat dan om de regel met de numlockx erin en de regel met autologin-user-xubuntu zal er of niet instaan of het ziet er iets anders uit.. Die numlocx-regel zorgt ervoor dat nunmlock automatisch opstart, maar dat terzijde.

In Xubuntu 12.10 ziet het er iets anders uit, namelijk zo:                             [SeatDefaults]
autologin-guest=false
autologin-user=werkpc

autologin-user-timeout=0
autologin-session=lightdm-autologin
greeter-session=lightdm-gtk-greeter
user-session=xubuntu


Let op: je gebruikersnaam intikken met uitsluitend kleine letters, want gebruikersnamen worden alleen herkent met kleine letters.

Daarna bestand opslaan en afsluiten. Herstart je computer.

Veel succes!




Mobile World Congress 2013

Auteur: Dillondarko

Top

Van 25 tot en met 28 februari was het weer zover in Barcelona: het jaarlijkse Mobile World Congress, ofwel het mekka voor nieuwe smartphones en tablets.

Ook dit jaar was er veel te zien: niet alleen de introductie van de nieuwste high-end smartphones, maar ook de trends voor de rest van 2013: grotere schermen, snellere SoC's en veelbelovende nieuwkomers.

Smartphones

Sony heeft met de Xperia Z een nieuw topmodel in handen. De Xperia Z is voorzien van een Qualcomm Snapdragon S4 1,5 GHz processor. De Snapdragon S4 is eigenlijk een generatie ouder dan wat de concurrentie gebruikt, maar dat is waarschijnlijk alleen zichtbaar in de benchmarks.

Gecombineerd met 2GB werkgeheugen, 16GB opslag, een 5 inch Full HD-scherm, LTE en een 13,1 megapixel camera is de Xperia Z weer helemaal bij de tijd. Met een dikte van 7,9mm lekker dun, én nog waterdicht ook.

HTC's nieuwste speeltje is de One. Met een 4,7" Full-HD scherm is het wel de "kleinste" van de nieuwe topmodellen, maar heeft met 486 pixels per inch (ppi) de grootste pixeldichtheid. De One heeft 2GB werkgeheugen en 32GB opslag, maar mist een SD-kaartslot.

Dankzij de Qualcomm Snapdragon 600 processor op 1,7GHz en een Adreno 320 GPU zal het met de prestaties zal het ook wel goed zitten. De One heeft ondanks zijn dikte van 9,3mm wel een relatief kleine accu: 2300mAh. De camera is een 4,1 megapixel model. Dat lijkt dramatisch laag, maar volgens HTC zijn de individuele pixels aanzienlijk groter en daarmee veel lichtgevoeliger.

Dan komt LG met de Optimus G Pro. LG is de laatste tijd een beetje ondergesneeuwd als smartphonefabrikant, maar met dit toestel lijkt een comeback in het high-end-segment wel te verwachten. Qua specificaties is de Optimus G Pro grotendeels gelijk aan de HTC One, maar heeft wel een 5,5 inch scherm én met 3140 mAh een flink grotere accu. Met een dikte van 9,4mm tegenwoordig wel aan de dikke kant, al zal dat waarschijnlijk door de accu komen.

De grote afwezige op het Mobile World Congress: Samsung's Galaxy S IV. Samsung gaat het toestel pas officieel aankondigen op 14 maart, in New York. We moeten nog even wachten op de definitieve specificaties, maar de geruchten verklappen al dat Samsung ook een Snapdragon 600 gebruikt in plaats van een SoC uit de eigen Exynos-lijn. De kloksnelheid ligt waarschijnlijk hoger dan de concurrentie (1,9 GHz).

Verder wordt er gepraat over een 5 inch scherm, 7,7mm dikte, een 13.1 megapixel camera en een 2600mAh accu.

Waarschijnlijk is dit de Samsung Galaxy S4.

Vier nieuwe high-end toestellen dus, maar wat wordt de nieuwe verkooptopper? Met een beetje geluk zijn alle toestellen nog eind deze maand leverbaar, dus we gaan het zien.

Tablets

Er waren ook genoeg tablets te vinden op het Mobile World Congress. De trends: kleinere schermen en méér betaalbare tablets. Groeien we dan toch langzaam naar het ideale schermformaat?

Lenovo Komt met een nieuwe lijn Android tablets: De IdeaTab S6000, A3000 en A1000. De specificaties zijn niet heel spannend, maar met 300 euro voor het topmodel zijn de prijzen dat wel.

ASUS lanceerde de FonePad: een 7 inch grote telefoon en tablet in één apparaat. Duidelijk is het apparaat veel te groot om als telefoon te gebruiken, maar als kleine, goedkope tablet wel een leuk ding.  De specificaties zijn niet heel erg interessant, de prijs wel: 219 euro. Standaard voorzien van 3G én goedkoper dan de Nexus 7.

maart 2013: asus_padfone_infinity..jpg

ASUS lanceerde ook de derde generatie PadFone: de Infinity. Het is eigenlijk meer een upgrade van de huidige PadFone 2. De specificaties zijn vrijwel gelijk aan de high-end toestellen eerder in dit artikel, dus ook in de Infinity zit een Qualcomm Snapdragon 600.

Het toestel en dock worden niet los verkocht, maar het setje gaat voor 999 euro over de toonbank. Dat lijkt duur, maar een highend toestel én een Full-HD tablet kosten samen nog iets meer.

Sony liet behalve de Xperia Z ook de Xperia Tablet Z zien. De specificaties zijn grotendeels gelijk met het smartphone broertje, alleen zit het in een 10 inch behuizing. De Tablet Z is ook waterdicht en dat is vrij uniek.

maart 2013: Xperia-Tablet-Zs..jpgDe kleintjes

Dan het wat kleinere nieuws. Elk jaar zijn er wel een paar nieuwe of minder bekende fabrikanten, die ook hun apparaten op de markt brengen. Zo komt Alcatel met een compleet nieuwe line-up smartphones. In de vorige series hebben ze zich al bewezen een prima prijs/kwaliteitverhouding te hebben, maar nu beperken ze zich niet tot de budgetmarkt.

Lenovo probeert een stapje te zetten in de Europese markt. En dat gaan ze doen met een telefoon gebaseerd op Intel Atom, dus x86 gebaseerd. We hebben nog geen benchmarks gezien, dus de cijfertjes over de performance en accuduur moeten we nog even afwachten.

maart 2013: Lenovo-IdeaPhone..jpg

Huawei is wel een bekende in de telecomwereld. Alweer een tijdje geleden kwam de Ascend P1 ook in Nederland op de markt, maar nu lieten ze de P2 zien. Qua specificaties kan hij niet helemaal tippen aan de high-end modellen, maar Huawei probeert wel een iets goedkopere concurrent te zijn.

Verder heeft Huawei de Ascend Mate laten zien: een 6,1 inch toestel met een 720p scherm, een 4050mAh accu en een HiSilicon K3V3 quad-core processor.

Nokia komt ook met een paar kleine midrange-modellen in de Lumia-serie. De 520 en de 720 zijn qua hardware niet echt vernieuwend, maar met een instapprijs van 170 euro wel heel goedkoop.

Tot slot komen er binnenkort twee toestellen uit met Mozilla Firefox OS, een nieuwkomer in de mobiele softwaremarkt. De toestellen worden verkocht door het Spaanse Geeksphone.

maart 2013: geeksphone..jpg




Helpmij.nl prijsvraag maart

Auteur: Helpmij.nl

Top

Ook in maart is er weer een leuke prijs te winnen met onze prijsvraag, doe dus (weer) mee!

maart 2013: Logitech G500..png Stuur een e-mail met het juiste antwoord op de onderstaande drie vragen vóór 31-03-2013 naar wedstrijd@helpmij.nl en maak kans op deze prachtige Logitech G500 gaming mouse! Bovendien ontvangt de winnaar een licentie voor Nod32 antivirus software van ESET

De vragen:

1. Hoeveel instelbare knoppen heeft de Logitech G500 muis?

2. Hoeveel snelheidstanden heeft de G500 muis?

3. Waar staat de letter "G" in de typeaanduiding van de G500 voor?

 

De prijswinnaar van onze februariprijsvraag:

De prijswinnaar van de maand februari is Modag. Hij ontvangt het handige Brother P-Touch PT-1080 professioneel beletteringssysteem. Bovendien ontvangt de winnaar een licentie voor Nod32 antivirus software van ESET

De prijzen worden aangeboden door:

oktober 2012: Logo HM..jpg januari 2013: Azerty logo..jpg
oktober 2012: SpicyLemon-logo..png

*Bestuur en wedstrijdcommissie zijn uitgesloten van deelname!

*De winnaar wordt bekend gemaakt in de april editie van onze nieuwsbrief.




Interview met Ghost

Auteur: profpc

Top

We hebben dit keer een interview met onze chatmoderator Ghost.

maart 2013: micro..gif

Hallo Ghost, zouden we mogen weten wat je echte naam is?
Jazeker, mijn echte naam is Peter.

Hoe kom je aan je nickname?
Ik gebruikte de naam al toen internet nog via een inbelmodem werkte. Je kocht toen een cd bij een tankstation om toegang te krijgen tot internet. Overal waar ik een gebruikersnaam aanmaakte koos ik Ghost. Vond het destijds wel leuk. De eerste inlog bij Helpmij.nl was ook Ghost, maar die was ik kwijt en ik koos vervolgens om ghostworld te gaan gebruiken. Toen ik uiteindelijk beter in contact kwam met Held en mumzel, werd ik door Held geholpen om mijn login te traceren. Held heeft mij toen de naam Ghost teruggegeven. Ik ben dus al langer lid bij Helpmij.nl dan wat er bij mijn nickname staat.

Wat is je leeftijd en je status (single, getrouwd, gescheiden, wel of niet kinderen)?
Ik ben 42, getrouwd en heb een zoontje van 6.

Ik zie in je profiel staan dat je afdelingsmanager bent, wat doe je dan precies?
Op dit moment ben ik een afdeling in een shared service center aan het opzetten. Mijn specialisme richt zich op incasso etc. Als ik daar klaar ben, ga ik weer naar het volgende bedrijf om daar een afdeling op te zetten. Op dit moment reis ik dagelijks van Arnhem naar Den Haag. Heftig dekt de lading niet.

Ook zie ik dat je erg sportief bent. Je doet als hobby aan windsurfen, snowboarden en motorrijden. Zou je kunnen vertellen waarom iemand anders deze hobby moet gaan doen?
Ik zie dat ik mij profiel moet bijwerken. Ik surf en board al een tijdje niet meer. Niet omdat ik het niet wil, maar puur omdat ik er geen tijd voor heb. Het zijn beide heerlijke sporten waarbij je kan genieten van moeder natuur. Het zijn sporten die je alleen doet, maar het is een heerlijk wereldje om in te leven. Een hang loose cultuur. Leven en laten leven. Motorrijden doe ik nog steeds.

Welke hobby vind je het leukst en waarom?
Motorrijden vind ik de leukste van de drie. Dat is dan ook vooral vanwege de snelheid. Ik ben gek op extreme snelheid. Daar ben ik de laatste jaren ook wel voorzichtiger in geworden, maar het blijft verleidelijk om op mijn Suzuki Hayabusa het gas flink open te trekken. Jaarlijks trek ik er met een paar vrienden op uit om geheel zonder vaste bestemming de zon achterna te rijden. Meestal slapen we bij boeren in Frankrijk, Zwitserland of Duitsland. We rijden dan meestal een week rond in Europa zonder echt ergens heen te hoeven. Die rust van het niets moeten en genieten van de wereld om je heen kan ik niet in woorden beschrijven.

Wat we natuurlijk erg leuk vinden is dat je aangeeft fan van Helpmij.nl te zijn sinds het begin. Ook geef je aan dat Helpmij.nl in je hart zit en dat het daar altijd zal blijven. Hoe komt dit zo, waarom is Helpmij.nl zo bijzonder volgens jou?
Het doel waarbij je geheel belangeloos een onbekende op weg helpt om zijn probleem op te lossen. Dat zie je te weinig in onze samenleving. Ik irriteer me dan ook mateloos aan zogenaamde ”helpers” die antwoorden geven als "www.google.nl". Dan heb je serieus niet begrepen wat het doel van de site is. Beter 10 keer iemand helpen die het gemakkelijk zelf kan doen, dan 1 keer iemand die echt hulp nodig heeft de hulp ontzeggen. Natuurlijk zeg ik dit geheel op persoonlijke titel maar zo zie ik het.

Als echte fan van Helpmij.nl kan het niet anders dat je je ook inzet voor Helpmij.nl, je bent namelijk chatmoderator. Waarom heb je gekozen om chatmoderator te zijn?
Dat klinkt misschien een beetje raar maar het is mij gevraagd. Meer een beetje uit nood destijds. Ik was enorm vereerd en zie het nog steeds zo. Als ik dan toch in de chat ben vind ik het erg leuk om even bij te kletsen. Dat kan daar ook.

Mensen kunnen op de chat komen door naar chat.helpmij.nl te gaan. Waarom zouden mensen dit moeten doen, op het forum kun je elkaar ook helpen?
Als de juiste mensen er zijn krijg je sneller antwoord. Daarnaast is de chat sneller en dynamischer. Soms lopen verschillende vragen en antwoorden door elkaar. Ik vind dat wel prettig en is ook gelijk een goede training voor jezelf. Natuurlijk gaat dat niet altijd zo, maar dat was voor mij de reden om op de chat rond te hangen.

Wanneer ben je met ‘computeren’ begonnen en waar komt je belangstelling voor computers vandaan?
Mijn eerste computer was een Commodore 64. Dat is al heel lang geleden. Toen ik op mezelf woonde kocht ik zelf mijn eerste pc. Weet niet eens meer wat het was, maar wel dat 1 MB RAM-geheugen destijds 100 gulden koste! Ik nam 16 MB RAM-geheugen en een harde schijf van 750 MB. Daar zat een leveringstijd op, maar de verkoper wist niet wat hem overkwam. De grafische kaart had 2 MB RAM. Dat was toen bizar voor een particulier.

Wat voor computer(s) heb je zelf en waar gebruik je die het meest voor?
Op dit moment heb ik nog maar één vaste pc. Dat is Ghostworld. Die doe ik nooit meer weg: https://www.helpmij.nl/forum/showthread.php/165314-led-button-board?highlight=ghost+casemod. Daarnaast een minilaptop Packard Bell Butterfly, een iPad en een Samsung tab. Ik hoop dit jaar weer de ruimte te hebben voor een vaste pc.

Wat is het gekste wat je ooit hebt meegemaakt op gebied van computers?
Toen ik net moderator was had je soms wel 30 gebruikers in de chat. In die tijd kwam er een virus dat ervoor zorgde dat pc’s zichzelf uitschakelden. Wij wisten dat op dat moment nog niet en dachten dat er een groep mensen aan het klieren waren. Achter elkaar verschenen zij in de chat en stelden hun vraag. Daarna waren ze weer weg zonder uit te loggen. Wat waren wij boos op die mensen zeg. Tot iets later op die avond bleek dat het om een nieuw virus ging. Volgens mij was het Held die dat uitgezocht had.

Wat is de grootste computerblunder die je begaan hebt?
Ik heb de blunders juist niet gemaakt. Niet omdat ik zoveel weet, maar omdat ik hier al mijn vragen kon stellen. Zoals met voornoemde casemod. Als ik de vragen over het ledboard niet gesteld had was mijn moederboard zeker in vlammen op gegaan. Crash heeft toen de tijd en moeite genomen om uit te zoeken en uit te leggen wat ik moest doen. Helaas ben ik nooit toe gekomen aan de Ghost Recon casemod. Één ding is zeker. Die ga ik echt nog wel maken.

Heb je verder nog een tip of opmerking voor de lezers?
Kom eens naar de Helpmijdag. Je zal er versteld van staan hoe leuk dit is.

Heel erg bedankt voor dit leuke interview Ghost! Leuk dat we een kijkje achter je nickname mochten nemen en misschien ontmoeten we elkaar wel op de volgende Helpmijdag.




Helpmijdag 2013

Auteur: Helpmij.nl

Top

maart 2013: logo..jpg Op zaterdag 1 juni 2013 is er weer een Helpmijdag! Een bezoek aan de Helpmijdag is een unieke gelegenheid om: uit te vinden wie nu achter die "nickname" zit, ideeën over van alles en nog wat dat met PC's, games, netwerken, etc. te maken heeft uit te wisselen, overtollige hardware te verkopen, leuke hardware voor een vriendenprijs te kopen, supersystemen te zien, een kapotte PC (mogelijk) te laten repareren of in ieder geval daar solide advies over te krijgen, een zelfgebouwd (top)systeem te showen, pc-problemen te bespreken of juist anderen met jouw kennis van dienst te zijn en nog tal van andere zaken te doen, te zien, of gezellig te bepraten.


De locatie is open om 12.30 uur en je bent rond die tijd van harte welkom. De koffie en thee staan klaar om je feestelijk te ontvangen. Kom en ontmoet elkaar om eens gezellig bij te kletsen. Na de koffie viert de gezelligheid hoogtij, de dag wordt rond 16.30 uur afgesloten met een heerlijke barbecue. De barbecue is gratis! Oftewel € 0,00 !

De toegang voor leden van de vereniging Helpmij.nl is gratis, niet-leden betalen € 1.

De Helpmijdag wordt ook dit jaar gehouden in:

Pand Schep van Ginkel
Techniekweg 18
3542 DS te Utrecht

Het inschrijfformulier is hier te vinden op het forum!




De map Opstarten in Windows 8

Auteur: CorVerm

Top

Bestaat die map nog wel in Windows 8? Jazeker, maar niet zichtbaar en bovendien goed verstopt.

In vorige versies van Windows was de genoemde map prominent aanwezig in het startmenu, het startmenu dat nu eenmaal ontbreekt in Windows 8. In vorige versies ga (ging) je naar Start > Alle programma’s > de map Opstarten, klik(te) je met rechts op de map en kies (koos) je voor Eigenschappen. In het venster Eigenschappen geeft de tab Locatie informatie over waar de map zich bevindt en een klik op de knop Doel zoeken opent de map. Persoonlijk heb ik met die map, of liever gezegd met de inhoud daarvan, nooit iets gedaan. Nooit iets verwijderd uit die map, ook nooit iets toegevoegd aan die map. Kennelijk zijn er gebruikers die dat wel doen, gezien een aantal vragen die op het forum zijn gesteld over het onderwerp waar bevind zich de map Opstarten in Windows 8.

Waar de map te vinden in Windows 8

maart 2013: Pad naar Opstarten..jpg

Bovenstaande afbeelding geeft het pad weer dat naar de map Opstarten leidt. Er is dus een hele (klik)weg te gaan voordat de bewuste map bereikt en geopend is. We kunnen de weg iets verkorten door de sneltoetscombinatie Windows toets + R te gebruiken om het opdrachtmenu Uitvoeren te openen. Typ in het venster %AppData% waardoor we meteen in de map AppData terechtkomen. Nu hoeven we alleen nog de volgende (klik)weg te gaan: Roaming\Microsoft\Windows\Menu Start\Programma's\Opstarten. Het is noodzakelijk om, voordat je aan deze operatie begint, verborgen bestanden weer te laten geven. De optie daartoe vind je onder de tab Beeld van het lint.

Wat je in de map Opstarten vindt hangt er vanaf welke programma’s geïnstalleerd zijn waarvan het gewenst is dat die met het systeem mee opstarten. We hebben het niet over programma’s die noodzakelijkerwijs met het systeem mee opgestart dienen te worden zoals een antivirusprogramma. Nee, het betreft programma’s die door de gebruiker zelf geïnstalleerd zijn en waarvan het nuttig is als die ook meteen hun partijtje meeblazen in het geheel. Kortom, die programma’s die je zelf installeert en de mogelijkheid bieden om met Windows mee op te starten komen in de map Opstarten terecht. Het is noodzakelijk om, voordat je aan deze operatie begint, verborgen bestanden weer te laten geven. De optie daartoe vind je onder de tab Beeld in het lint.

maart 2013: opstarten..jpg

Over programma’s als Dropbox en Stardock, wil je direct na het opstarten kunnen beschikken.

Allemaal leuk en aardig, maar wat moeten we er mee? Dat vroeg ik me ook af toen ik de vraag op het forum las. Het antwoord is niet zo moeilijk te geven. Je kunt zelf ook programma’s toevoegen om met Windows mee op te starten. Dat doe je zo: navigeer naar de map Opstarten, klik met rechts op een leeg gedeelte en kies voor Nieuw > Snelkoppeling. In het venster dat verschijnt geef je de locatie op van het uitvoerbare bestand van het bewuste programma. Maar wie weet uit z’n hoofd waar dat bestand zich bevind? Klik daarom op de knop Bladeren en navigeer door de verkenner naar het uitvoerbare bestand van het programma.

maart 2013: startup..jpg

Het eerste wat ik altijd doe is m’n mailbox controleren, waarom dan Outlook niet met het systeem opstarten? Dat is wel zo handig. Dus op zoek dan maar naar het uitvoerbare bestand van Outlook.

Computer\C\Program Files\MSOffice\Office14\OUTLOOK.EXE is het pad dat ik heb moeten bewandelen om mijn doel te bereiken. Waarbij opgemerkt dat er in de map Office 14 een heel end naar beneden moet worden gescrold. (Het hangt van je Office versie af wel nummer de map Office draagt)

maart 2013: opstarten2..jpg

Zo, dat is gepiept en voortaan zal Outlook tegelijk met Windows opstarten.




Foto's verkleinen/draaien in Nautilus

Auteur: femke98

Top

In navolging van het artikel van Cor, over het verkleinen van foto's in Windows met een sleepbeweging, heb ik een kleine tip voor het verkleinen en draaien van foto's in Nautilus, de verkenner van Ubuntu en Linux Mint.

Als je veel foto's op websites plaatst of je wilt gewoon even snel een foto verkleinen omdat je deze op een forum wilt zetten, is het programma Image-converter en Image-manipulator wel zo handig.

Je installeert deze door Synaptic te openen en het woord "nautilus" in het zoekveld naast het snelfilter te typen. Druk daarna op enter. Zoek dan naar de volgende pakketten:

- nautilus-image-converter
- nautilus-image-manipulator

Markeer deze beide aan voor installatie en klik daarna op toepassen. Nadat ze zijn geïnstalleerd, open je Nautilus. Navigeer naar een foto en klik daarop met je rechtermuisknop. Je ziet dan het volgende onder het menu verschijnen:

Nautilus

Wanneer je de foto wilt schalen en je klikt dus op Afbeeldingen schalen, krijg je het volgende venster te zien:

Schalen

Kies een afmeting en geef aan hoe de bestandsnaam moet worden. Zelf zet ik het vinkje altijd bij Overschrijven afbeeling, zodat ik de originele foto behoud. Eenmaal een foto geschaald kan je hem nooit meer terugschalen naar de originele afmeting. Ja, dat kan wel, maar de foto is dan niet meer om aan te zien.

Wil je de afbeelding draaien, dan krijg je dit te zien:

Draaien

Wat ik zelf altijd doe als ik heel veel foto's tegelijkertijd wil laten draaien, is het vinkje zetten bij Toevoegen.gedraaid. Dit is handig omdat je dan de originele foto's na het draaiproces ook in één keer kunt verwijderen, aangezien deze dan nog geselecteerd staan onder je muis in Nautilus.

Zoals je ziet is het heel erg makkelijk en eenvoudig in gebruik.Eigenlijk wijst het zich allemaal vanzelf. Simpeler kan het niet!




VarieDrop verkleind je foto's met één sleepbeweging

Auteur: CorVerm

Top

Foto’s met een digitale camera gemaakt nemen vaak flink wat opslagruimte in. Eén of meerdere foto’s doormailen wordt lastig, want de bijlagelimiet is al snel overschreden. Als je foto’s wilt doormailen, of er iets anders mee wilt doen (uploaden naar je website of iets dergelijks), dan is het altijd handig als je de foto’s met een sleepbeweging kunt verkleinen. Hetzij qua afmetingen, resolutie of beiden.

VarieDrop is een programma dat die klus op een uitstekende manier voor je klaart.

maart 2013: varie1_jpg2..jpg

Zodra je VarieDrop opstart, verschijnt het programma als een klein venster op je bureaublad, opgedeeld in vier gekleurde panelen (Area’s) en één ongekleurd paneel. De gekleurde panelen zijn ingesteld op een formaat dat door  VarieDrop wordt ondersteund. Behalve de in de panelen zichtbare formaten worden eveneens de formaten tiff en bmp en ondersteund.

Instellingen

maart 2013: varie2resized..jpg

Elk van de vier gekleurde panelen zijn afzonderlijk in te stellen. Te beginnen met het uitvoerformaat (Output Fomat), kies je voor het gewenste formaat. De volgende stap is te kiezen of je de foto wilt verkleinen. Ja? Laat dan het vinkje staan voor Resize (Shrink = verkleinen) en geef de afmetingen op.

Nee, je wilt de foto alleen comprimeren? Haal dan het vinkje weg.

De breedte (w) en de hoogte (h) kunnen beiden ingesteld worden. Alleen, wat ermee te doen? De optie Fixed geeft als resultaat dat de foto exact op de opgegeven breedte en hoogte wordt bijgesneden. Inderdaad, bijgesneden want er is een deel van de foto “verdwenen” (afbeelding 1). Hoe de foto wordt bijgesneden is niet beïnvloedbaar, het programma gaat uit van het centrum van de foto. De optie Max gaat uit van de dichtst bijliggende relatieve verhouding ten opzichte van het originele formaat (afbeelding 2). Aan de andere kant is het voldoende om, als je een idee hebt naar welke breedte je de foto wilt verkleinen, alleen de breedte in te stellen. De foto wordt ook dan naar de dichtst bijliggende relatieve verhouding verkleind (afbeelding 3).

 maart 2013: varie3..jpg
Afbeelding 1

 maart 2013: varie4..jpg
Afbeelding 2

 

 maart 2013: varie6..jpg
Afbeelding 3

Bij Append to filename moet het achtervoegsel worden opgegeven, dus hetgeen achter de originele bestandsnaam komt te staan.
VarieDrop genereert, tegelijk met het converteren van de foto, een submap waar de geconverteerde bestanden in komen te staan. Geef daartoe achter Subfolder een passende naam op voor de submap.

Onder JPEG Settings is het mogelijk om de mate van compressie in te stellen (Quality), en te kiezen voor Sampling 1:1 of 1:4. (Wat sampling doet is mij volkomen onduidelijk, verschillen zie je niet in de resultaten. Red.)

De werking

Sleep één of meerdere foto naar een paneel en voordat je het weet is de submap aangemaakt en zijn de foto’s omgezet naar het gewenste formaat, grootte en/of resolutie. Meerdere foto’s tegelijk converteren is ook mogelijk. Minimaliseer VarieDrop naar de taakbalk, selecteer de foto’s en maximaliseer VarieDrop weer. Sleep dan de foto’s naar het paneel van je keus.

Het is jammer dat het VarieDropvenster niet boven de pagina blijft “zweven”, dat zou het selecteren van meerdere foto’s een stuk makkelijker maken. Nu wil het nog wel eens mis gaan als je van tevoren een aantal foto’s hebt geselecteerd. Jammer, want het programma verricht verder uitstekend werk.

Het vijfde paneel

maart 2013: varie7..jpg Vier gekleurde panelen en één ongekleurd paneel. Om de gekleurde panelen

te ontdekken hoeft er geen zoektocht aan vooraf te gaan. Maar het vijfde paneel, waar vinden we dat? Inderdaad, dat is het onderste deel van het VarieDropvenster. Wat doet paneel 5? Stel dat paneel 1 is ingesteld op het .jpeg-, paneel 2 op het .gif-, paneel 3 op het .bmp- en paneel 4 op het .png formaat en je sleept een foto naar paneel 5 dan wordt de foto naar die formaten geconverteerd. Tenzij een van de panelen wordt uitgevinkt, dan wordt dat formaat niet meegeconverteerd.




Windows 8 opstarten zonder wachtwoord in te voeren

Auteur: CorVerm

Top

Een aantal keer is de vraag op het forum voorbijgekomen of het mogelijk is om Windows 8 op te starten zonder je wachtwoord in te voeren? In tegenstelling tot vorige Windows-versies lijkt dat een onmogelijke opgave. Lijkt, want het is met een kleine ingreep in het systeem wel degelijk mogelijk om zonder gebruik te maken van je wachtwoord het systeem op te starten. Alhoewel we er meteen aan toe moeten voegen dat het geen volledige oplossing is. Ja, je kunt zonder wachtwoord je systeem opstarten. Nee, het systeem zonder wachtwoord uit de slaapstand halen is met deze oplossing niet mogelijk. Om het systeem zonder wachtwoord uit de slaapstand (of na gebruik van de toetscombinatie Windows toets + L) te halen moeten we een andere oplossing toepassen.

Systeem zonder wachtwoord opstarten

maart 2013: windows x..jpg

In de vorige nieuwsbrief hebben we de snel toetscombinatie Windows toets + X besproken.

maart 2013: W+X..jpg

We maken ook nu gebruik van deze sneltoets-combinatie. We kiezen voor de optie Opdrachtprompt (administrator) om het venster Administrator: Opdrachtprompt te openen.

De cursor knippert achter de opdrachtregel, achter deze regel typ je: control userpasswords2. (zonder punt) Let er op dat tussen de twee woorden een spatie moet komen.

Druk op de enter toets.

 maart 2013: admin..jpg

Het venster Gebruikersaccounts wordt geopend. Haal het vinkje weg voor: Gebruikers moeten….

maart 2013: admin3..jpg

Klik op Toepassen, het scherm Automatisch aanmelden wordt geopend. Geef hier je wachtwoord op om in het vervolg het systeem op te kunnen starten zonder die handeling uit te hoeven voeren.

maart 2013: admin4..jpg

Nu start de computer op zonder wachtwoord. Maar nu de computer nog zonder wachtwoord uit de slaapstand halen.

Het systeem zonder wachtwoord uit de slaapstand halen

maart 2013: uit de slaapstand..jpg

Klik op de charm zoeken en typ slaapstand in. Er worden verschillende resultaten gevonden in de rubriek Instellingen. Kies voor Een wachtwoord vereisen als de computer uit slaapstand komt. Standaard is de optie Een wachtwoord vereisen geselecteerd. Je kunt op de optie Geen wachtwoord vereisen klikken wat je wilt, maar er gebeurt helemaal niks. Wat nu? Klik maar op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn en nu kun je wel de optie Geen wachtwoord vereisen selecteren.

maart 2013: uit slaapstand2..jpg

Het lijkt mij één van tweeën, of je werkt zonder een wachtwoord of met wachtwoord. Wat heeft het voor nut om de computer op te starten zonder, maar uit de slaapstand halen (of na gebruik van de toetscombinatie Windows toets + L) met wachtwoord. Je doet het één of het ander. Waarbij opgemerkt dat de genoemde toetscombinatie geen nut heeft als je zonder wachtwoord werkt.




Postvak-in

Auteur: Redactie

Top

In onze vaste rubriek beantwoorden we vragen aan de hand van onze nieuwsbrief en plaatsen we reacties van onze lezers.


Beste redactie,

Citaat uit deel 4 van het fotoartikel: ‘Om (vermoedelijk) historische redenen wordt de gevoeligheid van de camera’s in ISO uitgedrukt; een schaal die exact gelijk is aan de oude ASA-schaal.’

Zoals DIN (Deutsche Industrie Norm) normen maakte die in eerste instantie bedoeld waren voor de Duitse industrie maar die vaak door omringende landen werden overgenomen, zo deed ASA (American Standards Association) dat voor de VS. Omdat al die verschillende normen het internationale handelsverkeer niet echt ten goede kwamen, is er in Europees verband naar eenheid gestreefd. Dat gebeurde onder het motto ‘Neem kennis van alles, behoud het goede!’ Dat leidde tot de EN-normen, waarbij EN staat voor Europese Norm. Een Europese norm die door Nederland is overgenomen (wat overigens verplicht is!) heet NEN-EN. Toen er naar werd gestreefd een en ander ook mondiaal te verwezenlijken kwamen er ISO-normen. ISO staat voor International Standards Organisation. Logisch dat de foto-industrie met mondiale normen werkt!

Het citaat wekt de indruk dat ISO aan de basis van alles stond. Het was eerder andersom!

Met vriendelijke groet en dank voor al het nuttigs/interessants dat de Nieuwsbrief elke maand weer biedt,

Loek.

Hallo Loek,
 
Als eerste dank voor de reactie! Altijd fijn om te horen dat een artikel ook gelezen wordt :)
 
Je hebt helemaal gelijk met je opmerking, en dit was mij (als analoge fotograaf) uiteraard ook wel bekend. Omdat ik in het artikel niet te uitgebreid wilde ingaan op DIN, ASA en ISO (is namelijk niet zo heel boeiend in het kader van de cursus) heb ik jouw uitleg als zodanig niet gebruikt.
Met 'historische redenen' bedoelde ik in dit verband ook meer de 'doorzetting' tussen analoog en digitaal. Er is natuurlijk geen enkele reden meer om de sensor gevoeligheid ISO te noemen; dat had elke term kunnen zijn. En dàt bedoelde ik dus met historisch: het handhaven van de termen uit het analoge tijdperk. ISO was daarin niet de eerste stap, maar wel de laatste. En die is dus vastgehouden.
 
Overigens was de officiële ISO norm in de fotografie een samenstelling van DIN+ASA. Je werkte dus met filmpjes van ISO 400/27. Een beetje een laffe oplossing, als je het mij toen (en nu) had gevraagd. Feitenlijk zijn we dus terug in de tijd, want we hebben het nu toch echt over ISO 400. EN eigenlijk gebruiken we nu dus met zijn allen de ASA-schaal, en is de DIN norm nu echt ten grave gedragen  :)

Met vriendelijke groet,
OctaFish

Geachte Redactie,

In uw laatste Nieuwsbrief staan onder meer de snel-toetsen in Windows 8 vermeld. Snel-toets 6 met de combinatie W-toets+L wordt de Computer mee "bevroren".

Nu is mijn vraag hier over de volgende. Wanneer ik de Computer dan weer in werk wil stellen, wat voor handelingen dien ik te verrichten om het WW in te kunnen stellen ? U kunt hieruit opmerken dat ik niet zo heel erg met het Computergebeuren op de hoogte ben.

En o ja, is deze snel-toets 6 ook toepasbaar in W 7 ? Zo niet is er dan een andere combinatie om de PC te bevriezen ?

In afwachting van uw reactie verblijf ik met vriendelijke groet,

Hans Kanon, Sneek

Beste Hans,

Windows 8 krijg je weer “wakker” door op een willekeurige toets te drukken, waardoor het inlogveld tevoorschijn komt.

Voor Windows 7 gebruik je dezelfde toetsencombinatie.


Redactie

Hallo,

In de nieuwsbrief van feb 2013 lezen we hoe we het lint kunnen minimaliseren in de verkenner van Windows 8, en hoe je daarvoor een programma moet installeren om deze uit te schakelen, en dat programma weer gestart moet worden om het in te schakelen. Windows 8: de verkenner en andere zaken van Auteur: CorVerm

Maar als je er rechts op klikt en klikt op Lint minimaliseren heb je datzelfde bereikt, of zie ik iets over het hoofd? Je laat dus mensen software installeren met redenen waarvan ik dan denk, dat is niet nodig. Of is rechtsklikken op het lint en dan klikken op lint minimaliseren te moeilijk???

En gaat er dan een manier komen die nog moeilijker doen?

Of, heb ik wederom iets gemist?

Met vriendelijke groet, Erik.

Beste Erik,

Nou inderdaad, je hebt zeker wat gemist. Het lint minimaliseren is heel wat anders dan het verkenner menu van Windows 7 installeren. Bij een geminimaliseerd lint behoud je gewoon het lint in, het woord zegt het al, geminimaliseerde vorm.

Dus we laten mensen geen onnodige software installeren en we zijn er zeker niet op uit om het allemaal nog moeilijker te doen.

Redactie.

Beste redactie,

Wederom met veel plezier en interesse de nieuwsbrief gelezen. Echter heb ik één opmerking: als ik de drie screenshots in het artikel over Windows 8 aanklik, krijg ik geen uitvergroting van de foto’s te zien. De URL verwijst naar foto.php en opent als een onleesbaar Dreamweaver bestand.

Met vriendelijke groet,
AG van de Loo

Beste redactie,

Ik heb het probleem van het openen van de foto’s opgelost. Zoals u in mijn vorige mail hebt kunnen lezen, opende Dreamweaver i.p.v. Internet Explorer.

Wat heb ik nu gedaan? Na het aanklikken van een foto van de ribbon in het artikel over Windows 8, kreeg ik de volgende melding: Wilt u dit bestand opslaan of openen. Als ik dan op “Openen” klikte, startte Dreamweaver op.

Welnu, ik heb nu eerst voor “Opslaan” gekozen en de file even in C:Temp gezet. Het werd daar opgeslagen als “foto.php”. Vervolgens heb ik hierop uit het popup menu met de rechter muisklik gekozen voor “Openen met – Programma kiezen” en dan Internet Explorer gekozen. Ook aangevinkt “Dit type bestand altijd met dit programma openen”: Vervolgens de nieuwsbrief weer erbij gehaald en jawel: de vergrootte foto is zichtbaar in IE8.

Wellicht heeft hier iemand anders ook nog wat aan. 

Met vriendelijke groet,
AG van de Loo

Ja, het is wat Toon, onbedoeld hebben we jou met een probleem opgezadeld dat er niet had mogen zijn. Maar eerst gaan we een complimentje uitdelen aan jou. Het is toch knap dat je tot een oplossing bent gekomen en de afbeelding alsnog hebt kunnen openen zoals het de bedoeling is.

Nu over het probleem dat er niet had mogen zijn. Een afbeelding of foto kan nooit de extensie .php hebben, dat is duidelijk. Door een, inmiddels herstelde fout, in het systeem is die fout veroorzaakt,  maar jij zat er maar mooi mee.

In ieder geval bedankt voor het melden en het geven van de oplossing. Mocht iemand tegen een dergelijk probleem aanlopen dan weet men hoe dat op te lossen.

Overigens, opent nu elk .php bestand in Internet Explorer of, zoals het hoort in Dreamweaver? Let daar wel even op.

Redactie.