De monnik Columba uit de zesde eeuw, auteursrechten, Richard Stallman en Creative Commons. Wat hebben zij met elkaar te maken? En kun je auteursrechten uitvechten met een veldslag? Lees het in dit artikel.
Het jaar 557, Ierland. Het christendom en de kerken zijn in opkomst, maar bijbels zijn erg schaars. Om een boek te lezen en te kopiëren moet een man een goede opleiding hebben gehad, geld hebben voor de grondstoffen en tijd om alles over te schrijven. Collumcille is deze man en hij kopieert 's nachts stiekem een boek. Waarschijnlijk is het een psalmenboek of misschien zelfs de hele bijbel in het Latijn. De eigenaar van het boek, zijn oude leermeester Finnian, komt erachter. Hij wil de kopie houden, maar Collumcille verzet zich daar tegen. Het boek zou heel belangrijk zijn voor de kerk in Ierland: dit boek moet je niet voor jezelf houden! Het eerste bekende geval van ruzie om auteursrechten. Er komt een rechtszaak van.
De gevolgen zijn niet mis. Na nog andere gebeurtenissen komt er uiteindelijk een veldslag van in het jaar 561, met duizenden doden. Columcille krijgt uiteindelijk een straf opgelegd van verbanning uit zijn vaderland, met de opdracht minstens zoveel mensen te bekeren tot het christendom, als er gesneuveld zijn in de oorlog. Hij sticht het kloostereiland Iona in Schotland, waar uiteindelijk heel veel boeken gekopieerd zullen worden. Wil je het verhaal helemaal lezen, dan staat hier een Engelse versie als pdf.
Columcille zou in de rechtszaak om dit boek hebben verklaard:
“Boeken zijn anders dan andere roerende zaken (bezittingen) en de wet zou dit moeten herkennen. Geleerde mannen als wij, die een nieuwe erfenis hebben ontvangen van kennis door boeken, hebben een verplichting om die kennis te verspreiden, door deze boeken te kopiëren en overal heen te brengen.(…) De kennis in boeken zou voor iedereen beschikbaar moeten zijn, die ze wil lezen, die het kan of die er waardig genoeg voor is. En het is verkeerd om zulke kennis te verstoppen of te proberen de goddelijke zaken uit te doven die boeken bevatten.”
Er worden nog steeds rechtszaken gevoerd om copyrights. Alleen hele oorlogen, dat zien we niet vaak meer gelukkig. In Nederland krijg je tegenwoordig automatisch auteursrechten, ook wel copyrights, wanneer je een tekst schrijft of een kunstwerk maakt. Andere mensen mogen niet zonder jouw toestemming je werk openbaar maken, veranderen of verspreiden. Dit geldt tot 70 jaar na de dood van de maker. Dan vervallen de auteursrechten en komt een werk in het publiek domein. Dan mag iedereen het werk gebruiken, verspreiden en veranderen.
Helemaal in de geest van Columcille ligt het principe van de vrije kennis: teksten of andere kennis worden verspreid met een licentie die toestemming geeft om te kopiëren, te veranderen en te hergebruiken. Om dat mogelijk te maken, zijn er meerdere copyleft licenties bedacht. Dat is natuurlijk een woordgrapje, om het tegenovergestelde van copyright aan te geven. Makers koppelen die licentie aan hun werk, zodat anderen er vrij gebruik van kunnen maken. Heeft een werk een copyleft licentie, dan moeten afgeleide werken onder dezelfde licentie verder verspreid worden. Het is dus niet mogelijk om het werk of afgeleide werken te herdistribueren onder voorwaarden die die vrijheid van gebruik beperken.
Copyleft licenties zijn er voor teksten, afbeeldingen, films, maar ook specifiek voor software.
Een bekende copyleft licentie is bedacht door Richard M. Stallman. Hij is de grondlegger van het copyleft principe, specifiek op het gebied van vrije software: de GNU General Public License:
– Je mag met de software doen wat je wilt.
– Je mag de software ook veranderen en verkopen.
– Je moet dat recht wel doorgeven aan anderen.
– De auteurs van de software moet je vermelden.
Bekende vrije software is Linux, die eigenlijk GNU/Linux heet, Inkscape, Mozilla Firefox, Calibre en GIMP, wat een afkorting is GNU Image Manipulation Program. Je kunt Richard Stallman vergelijken met de monnik Columba uit de zesde eeuw. Allebei vinden ze het belangrijk om kennis vrij te verspreiden. Columba had het specifiek over boeken, Stallman over software.
Vaak kiezen mensen ervoor om hun werk te verspreiden met een speciale licentie. Hiermee geven ze meteen aan wat je wél mag doen met die werken, zonder toestemming te hoeven vragen. De CreativeCommons licenties zijn goed georganiseerd en worden steeds populairder. Op de website https://creativecommons.nl/uitleg/ staat beschreven hoe dat in zijn werk gaat. De licenties bestaan uit deze onderdelen:
Dit werk is beschikbaar onder een Creative Commons licentie.
Naamsvermelding (BY). Bij hergebruik moet de maker vermeld worden.
Niet-commercieel (NC). Het werk mag niet commercieel gebruikt worden.
GeenAfgeleideWerken (ND). Het werk mag niet veranderd worden.
GelijkDelen (SA). Bij hergebruik moet dezelfde licentie worden toegepast. Het werk mag wel veranderd worden.
Vermeldingen met CC licentie zien er bijvoorbeeld zo uit.
Het kan ook zijn dat mensen helemaal geen copyrights willen houden en het werk schenken aan het publiek domein. Dit zijn voor hergebruik de makkelijkste opties.
Oude werken die automatisch in het publiek domein vallen.
Werken waarvan de maker afstand doet van de copyrights.
Wil je zelf werk verspreiden met een CC licentie, dan kun je op de website een aantal vragen beantwoorden. Aan het einde weet je welke licentie bij jouw wensen past: https://creativecommons.org/choose/?lang=nl.